Met hart en ziel

Lepra

Een vreselijke ziekte,
Lange tijd zonder medicijn.
Het was lang wachten op een vaccin,
Maar Damiaan stond gewoon op toen de dag kriekte.

Geen tijd om zich zorgen te maken,
Er was te veel te doen.
Er waren voor hem belangrijker zaken,
Wel honderd en een miljoen.

Dat hij zelf op een dag ziek zou zijn,
Kwam al eens op in zijn gedachten.
Hij kon zijn lot alleen maar afwachten,
Eigenlijk wilde hij alleen bij zijn melaatsen zijn.

Alles met hen delen,
Verdriet en geluk.
Hij probeerde hun wonden te helen,
Ook al leek alles stuk.
Hij gaf zich met hart en ziel,
Tot lepra ook hem aanviel.

Karolien Borghlevens

“In dit gedicht wil ik van hem een beeld schetsen als mantelzorger, iemand die beseft dat die zorg veel van hem zal eisen maar iemand die doorgaat met de zorg voor zijn mensen. Puur uit naastenliefde” (Karolien Borghlevens, vrijwilligster Damiaancentrum, Leuven)

Kamiano

Kamiano wordt u gebracht door de Hawaiiaanse muzikant en performer Lono.  Hij bracht al verschillende albums uit met oude muziek van het eiland Molokaï. Uiteraard liet hij zich ook inspireren door Damiaan. De Hawaiianen kennen Damiaan beter als Makua Kamiano (‘Vader Damiaan’). Vandaar de titel van deze song.

Geniet van dit mooie Hawaiiaanse Damiaanlied.

 

Klik hier voor de tekst van dit lied: Makua Kamiano_tekst

Meer info over deze bijzondere artiest en zijn muziek, vind je hier.

 

Damiaan: zalig! (IV)

EPILOOG: God stoot niemand af

Hij is kinderlijk en argeloos
hij begrijpt de taal van
de wijsgeer en wetenschap niet
en klinkt als rinkelend bekken
bezit is voor hem vergankelijk en ijl
maar niet de droom van een betere wereld.

Men vindt hem ’s nachts
in een metrostation
bij een brug langs de Seine
naast het bed van een kind
dat bevriend is geraakt met de dood
tussen puin en naamloze graven.

Een klankbord is hij,
een dak, een stuk brood,
een handvol warmte en troost
gehuld in het groen van de hoop.

Misschien is hij Damiaan,
niet toevallig verzeild
in een tijd
die om gekke en dwarse heiligen
schreeuwt.

(Wouter De Bruyne, Misboekje Zaligverklaring P. Damiaan, 4 juni 1995)

Damiaan: zalig! (III)

HET NU:  Hoop

Ik zag je
berustend en weerloos
je woning een nest van karton
je rimpels verwarmd
door een donzig deken van kranten.

Ik zag je
berustend en weerloos
achter een venster in Mostar
je blik gericht
op een eindeloos niets.

Ik zag je
berustend en weerloos
je oog gedrenkt in een web van muskieten
je lijf een skelet
de honger als roofdier.

Ik zag je
berustend en weerloos
de ziekte bijtend als zuur
aan je ziel en je leden
de dood als welkome vriend.

Ik wist dat je Christus was
met een wisselend gelaat.

Tallozen gingen voorbij
voor hen was je zelfkant
een schaap uit de kudde gebannen.

Maar anderen reikten hun hand
die had de kleur van de hoop.

(Wouter De Bruyne, Misboekje Zaligverklaring P. Damiaan, 4 juni 1995)

Damiaan: zalig! (II)

DAMIAAN: Engagement

Heiligen zijn een beetje gek
wij schuwen risico’s
en het begrip utopie is ons vreemd
heiligen zoeken ze op

Heiligen zijn een beetje dwars
wij drijven mee met het tij
en dienen rimpelloos voort
heiligen varen tegen de stroom in

Heiligen zijn een beetje raar
wij zijn mak en lauw
en dwalen grijs door de kudde
heiligen hebben een tong van vuur

Zo was ook Damiaan: zonder aureool
met een altaar op zijn rug
ijlt hij, door God gedreven
over vulkaan en eiland
op zoek naar een afgedwaald schaap
de schaduw van een paria
de ratel die de lepra volgt
eigengereid en omstreden
maar thuis tussen levende doden

En jaren nadien wacht hij
zijn handen en voeten verminkt
zijn huid vol grillige gele vlekken
op de komst van zijn Heer

Dan rust hij onder zijn pandanboom
als boodschap van hoop
tussen zijn uitgestoten volk zonder hoop

De hemel is blauw
De hemel omspant alle mensen.

(Wouter De Bruyne, Misboekje Zaligverklaring P. Damiaan, 4 juni 1995)