De rechterhand van Pater Damiaan (1)

Op 16 april 1889 werd Damiaan naar eigen wens te rusten gelegd onder de pandanusboom waar hij ook de eerste nachten in de melaatsenkolonie sliep. Zijn pandanusboom: een bijzondere vriend van het eerste en laatste uur. Die verdiende rust werd verstoord toen zijn lichaam in het voorjaar van 1936 naar België werd overgebracht. De Hawaiianen bleven verweesd achter. Aan Damiaans wens om bij zijn melaatsen te blijven ging men voorbij. Pas in 1995, na de Zaligverklaring, keerde Damiaan ‘naar huis’. De op deze plechtigheid aanwezige Hawaiianen kregen een relikwie van Damiaan plechtig overhandigd. Het was niet zomaar een stukje Damiaan, het was zijn op het einde fel door lepra aangetaste rechterhand. Het kon bijna niet symbolischer. Zijn rechterhand waarmee hij bouwde, verzorgde, omhelsde, zegende en zalfde, keerde terug naar het lege graf in de schaduw van zijn Sint-Philomenakerk, onder zijn pandanus, op Molokaï. Het is de rechterhand waarmee hij vele uitgestoten en verbannen mensen hun menselijke waardigheid teruggaf. Deze bijzondere relikwie maakte heel wat emoties los bij de Hawaiianen. Tijdens een eucharistie in intieme kring in het Brusselse Conrad Hilton Hotel werd het reliekkastje geopend, het doosje met de beentjes van de rechterhand in zwarte en witte kapa (Hawaiiaans weefsel) gewikkeld en doorgegeven. De meegereisde Hawaiianen raakten de relikwie aan. Tranen vloeiden . Picpus Joseph Bukosi bekroonde dit emotionele moment met de gevleugelde woorden: “We take him home. Finally”.
Op 22 juli 1995 werd de rechterhand van Damiaan plechtig herbegraven in zijn lege graf op Molokaï.
Copyright: Damiaan Vandaag

 

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.